Zzp-ers

” Het moet anders “ was steevast het antwoord op de vragen van de verslaggeefster in de uitzending gisteravond  over 50 plussers en zzp’ers die ontslagen waren en het maar niet lukte weer een baan te vinden, ondanks hun uitstekende CV’s.

Minister Asscher lijkt wel de ogen te willen sluiten voor de realiteit en vooral de toekomst waarin werk steeds meer flexibel zal worden en er steeds minder banen komen door automatisering en robotisering. Die ontwikkelingen zullen onherroepelijk doorzetten.

Het artikel hieronder gaat over de groep zzp’ers die de afgelopen jaren explosief groeide en waarvan minister Asscher vindt dat ze meer bescherming nodig hebben.

Hoe zat het nu eigenlijk ook weer met die zzp’ers. Ik kan het u vertellen want ik was erbij vanaf het eerste begin.

In het jaar 1980 startte ik met mijn bedrijfje. Voor de inschrijving bij de Kamer van Koophandel waren, in het kader van de Vestigingswet, die toen nog bestond, zowel een vakdiploma als een Middenstandsdiploma vereist. De inschrijving zelf was een haast ceremonieel gebeuren, waarbij de directeur van de KvK plechtig de vergunning  overhandigde en me gelukwenste met het bedrijf dat ik nu mocht uitoefenen.

Niet veel jaren later was het Hans Wijers, minister van Economische zaken die,  in het kader zijn mededingingswet (die concurrentie moest bevorderen ), de vestigingseisen voor veel beroepen schrapte.  Voortaan kon iedereen in betreffende branches zich inschrijven bij de KvK en voor zichzelf beginnen. De titel Zelfstandige zonder personeel was geboren.   Het waren de jaren 80- 90  en de bomen groeiden tot in de hemel.

De 1 ste groep was die van de bouwvakkers, die massaal ontslag namen en zich vervolgens verhuurden aan grote bedrijven als specialist.  Ze konden net zoveel uren werken als ze wilden en zo heel veel geld verdienen.  In de 90 er jaren voegden de ICT ers zich bij de steeds groter wordende groep zzp’ ers  toen het internet echt op stoom kwam.

Als zelfstandigen die ze nu waren moesten ze voldoen aan de eisen die de wet stelt te aanzien van het zelfstandig ondernemen:

  • er bestaat geen gezagsverhouding
  • je moet minstens drie opdrachtgevers hebben
  • je moet een boekhouding voeren
  • je moet investeren

Zzp ‘ers factureren aan de klant en zijn btw plichtig,  betalen inkomstenbelasting en premie AOW, maar géen Sociale lasten. Met name het laatste betekent, dat  geld moe(s)t worden gereserveerd voor tijden van ziekte of anderszins.  Ook voor het ‘pensioen’ dat werknemers in vaste dienst (bijna) allemaal wél hebben.  In de goede tijden was dat allemaal heel goed te doen.

De 2de  groep vormt min of meer de ‘ flexibele’ schil die steeds meer bedrijven, scholen en organisaties om zich heen bouwen; vaste aanstellingen worden steeds zeldzamer.  Deze zzp’ers  hebben het kenmerk dat ze vaak voor éen opdrachtgever werk(t)en, hetgeen in strijd blijkt met de eis die de wet stelt ten aanzien van het aantal opdrachtgevers én de gezagsverhouding.   Om te voorkomen dat de belastingdienst de arbeidsrelatie beschouwt als ‘ verkapt loonsverband’  en alsnog de werkgever/opdrachtgever een loonheffing oplegt, is de VAR  ( verklaring arbeidsrelatie ) er gekomen.  Inmiddels is bekend dat die wordt vervangen door de wet DBA  en dat die tot grote onrust heeft geleid onder zzp’ers. wederom lijkt het erop dat de werking van een wet precies het omgekeerde bereikt dan wat was beoogd :

"hoe de wet die zzp'ers moet beschermen averechts werkt" is de kop van het artikel (12 november 2016 ) waarin wordt aangekondigd dat grote bedrijven massaal afwillen van zzp'ers

de 3de categorie wordt gevormd door de  zogenaamde ‘schijnzelfstandigen’. Dat zijn werknemers die worden ontslagen omdat ze te duur zijn en via de achterdeur weer binnenkomen als zzp’er. Deze truc wordt de laatste jaren veel toegepast door zorg verleners die  winst van de onderneming laten prevaleren boven het leveren van zorg.  (Meavita ).

Sinds 2003 is het aantal zzp’ers opgelopen van 634.000 tot ruim 1 miljoen mannen  en vrouwen tussen de 15 en 75 jaar.

Telkens wanneer de de verslaggeefster minister Asscher voor de camera vraagt hoe het nu moet met de zzp’ers, zet Asscher zijn mysterieuze grimas op en zegt dan: ” dat het anders moet”,  dat er nog meer regelgeving moet komen en dat de werkgevers meer 50 plussers en zzp’ers aan werk moeten helpen.

In de uitzending meldt de verslaggeefster zich bij het kantoor van VNO NCW om te vragen hoe dat zou moeten,  maar daar wordt ze niet eens te woord gestaan; bij het MKB laat de woordvoerder weten dat werkgevers al genoeg doen.

Asscher en de overheid zullen andere maatregelen moeten bedenken om de arbeidsmarkt weer fluïde te maken en wat mij betreft zal dat niet zijn door die nóg verder dicht te timmeren.


Deel 2

Vandaag is het 13 november 2016, 4 dagen na de verkiezing van Donald Trump, die op basis van beloften die hij deed aan  'the working class hero's ', de verkiezingen won.

Onlangs kopte de krant : “Uitspraak hoge raad : Payroller is soort uitzendkracht , nieuw gat geslagen in de Wet werk en zekerheid   “

Door de uitspraak vallen nu ook payrollbedrijven onder de soepele flexregels van uitzendbureaus, hetgeen betekent dat bedrijven goedkoop tijdelijk personeel kunnen blijven inhuren en ze pas na vijf jaar in vaste dienst hoeven te nemen in plaats van in de wet vastgelegde 2 jaar .

Ver voordat minister Wijers de vestigingswet ophief en het fenomeen Zzp-er ¹ontstond, was het uitzendburo al ontstaan: de eerste aanzet in de transitie van vast naar flexibel werk.   Flexibele banen gaven bedrijven de mogelijkheid de kostenpost ‘arbeid ‘ variabel te maken.

Het ontstond in een zorgeloze periode, waarin flexibel werken juist super hip was.  Grote groepen mensen wilden toen helemaal geen vaste baan, maar lekker vrij zijn. Ze schreven zich in bij een uitzendburo en hopten van baan naar baan,  tussen de vakanties door. Het was een mooie tijd.  In de loop van de jaren gingen uitzendburo’s een steeds grotere rol spelen op de arbeidsmarkt.  Frits Goldschmeding, de oprichter van Randstad werd er de rijkste Nederlander mee. (geschat vermogen  4,7 miljard euro)

Met de uitspraak van de Hoge Raad heeft heeft de sector wederom de wind in de zeilen gekregen om het proces van flexibilisering nog verder door te voeren en te intensiveren. Contrair aan de doelstelling van Minister Asscher.   (Niet voor niets dat de sector de snelst groeiende bleek onlangs.  Arbeid is van productiefactor handel geworden.   Een werkgever betaalt liever twee keer zoveel per uur aan het uitzendburo, dan dat ie een werknemer in vaste dienst neemt.)

De opkomst van het uitzendburo en het opheffen van de Vestigingswet waren onderdeel van een autonoom proces, veroorzaakt door het mechanisme van arbeid en kapitaal .

Ondertussen is het voor de werknemer vrijwel onmogelijk geworden de arbeidsmarkt nog te betreden.  De bemiddelings- en reïntegratie sector floreert niettemin als nooit te voren en wordt met miljarden subsidies (6,5 miljard ) ondersteund om mensen met ‘ afstand tot de arbeidsmarkt ‘  weer aan het werk te helpen . Iets wat vrij lastig is als het gat tussen het aantal werklozen en het aantal vacatures ruwweg 400.000 bedraagt.  Zzp’ers niet meegerekend.

 

1) Nadat Wijers de vestigingswet had versoepeld werd snel daarna in de bouwsector grootschalig gebruik gemaakt van de diensten van Zzpers, die zich nu verhuurden als specialist. Zo kwamen er gipsbouwers, deurafhangers en allerlei specialistische bedrijven. De hoofdaannemer besteedde de werkzaamheden uit aan hen en kon zo een zeer precieze begroting opstellen, waarbij de risico’s werden afgewenteld op de onder -aannnemers. Zo kon de winst worden gemaximaliseerd en konden de onderaannemer (tjes) net zoveel geld verdienen als ze wilden.  Maar het zou niet lang meer duren voordat de Polen hierheen zouden komen en de markt binnen enkele jaren bijna volledig overnemen.

2) De verplichte aanbesteding bij bepaalde opdrachten vloeide voort uit de nieuwe regels voor europese mededinging, zodat bedrijven in Europa zouden kunnen concurreren in een globale markt. Daaraan konden kleine bedrijven vaak niet voldoen waardoor ze verdwenen.  Architecten bijvoorbeeld, die inschreven voor het bouwen van een school, vielen af omdat ze onmogelijk aan de criteria konden voldoen.  Lokale ondernemers hebben doorgaans het nakijken met alle gevolgen voor de sociale cohesie in dorpen en wijken. Zo ken ik een scholen- organisatie, die verplichte winkelnering kent bij een grootkruidenier en waar de twee congierges mogen toekijken hoe een bedrijf van ver de bladeren komt (weg) blazen en afvoeren.  Duidelijk is dat die binnenkort werkloos worden, maar dan biedt de Wwz vast  uitkomst met een gesubsidieerde baan bij een groenbedrijf.